Print Friendly, PDF & Email

De tien grote geloften door Vasubandhu

De tien grote geloften door Vasubandhu

De tien grote geloften, gebaseerd op groot mededogen, werden in de 4e eeuw geschreven door Vasubandhu.

Daarom is het bij de eerste generatie van het besluit de groot medeleven wat voorop staat. Het is dankzij de geest van mededogen dat men in staat is om tien steeds meer superieur groot recht te genereren geloften. Wat zijn die tien? Zij zijn:

1. “Wat betreft die wortels van goedheid die ik in vorige levens en in dit heden heb geplant lichaam, ik bid dat al deze wortels van goedheid mogen worden geschonken aan alle grenzeloos vele wezens en gewijd aan de onovertroffen bodhi. Mag het zijn dat deze geloften van mij zal groeien in elk volgend gedachte-moment, zal opnieuw geproduceerd worden in elk volgend leven, zal altijd aan mijn geest gebonden zijn, zal nooit vergeten worden, en zal bewaakt en bewaard worden door dhāraṇī's.”

2. “Nu ik deze wortels van goedheid al aan bodhi heb opgedragen, bid ik dat ik vanwege deze wortels van goedheid, waar ik ook herboren word, altijd in staat zal zijn om aanbod aan alle boeddha's en zal zeker nooit herboren worden in een land waar geen Boeddha. '

3. "Ik ben er al in geslaagd om herboren te worden in de landen van de Boeddha's, en ik bid dat ik altijd persoonlijk dicht bij hen zal kunnen komen, hen zal volgen en op alle mogelijke manieren zal dienen (letterlijk "links en rechts" ), zal zo dicht bij hen blijven als een schaduw van zijn vorm, en zal nooit ver van de Boeddha's worden gescheiden, zelfs niet voor de kortste momenten (letterlijk kṣaṇa).”

4. “Ik ben er al in geslaagd om persoonlijk dicht bij de boeddha's te komen, ik bid dat ze dan dharma zullen spreken voor mij in overeenstemming met wat voor mij passend is. Mag ik dan meteen de . perfectioneren bodhisattvavijf superkennis.”

5. “Ik heb de al geperfectioneerd bodhisattvavijf superkennis, bid ik dat ik daarna in staat zal zijn om een ​​diepgaand begrip te krijgen van de wereldse waarheid samen met haar wijdverbreide kunstmatige benamingen, dat ik dan ook volledig zal begrijpen, in overeenstemming met haar echte aard, de belangrijkste ultieme waarheid, en dat Ik zal de juiste Dharma-wijsheid verkrijgen.”

6. “Nu ik de juiste Dharma-wijsheid al heb gerealiseerd, bid ik dat ik, vrij van enige gedachten van afkeer, het dan zal uitleggen ter wille van wezens, hen in de leringen zal onderwijzen, hen voordeel zal brengen, hen zal behagen en ze allemaal zal veroorzaken om er begrip voor te ontwikkelen.”

7. “Nu ik al in staat ben om een ​​begrip [van de juiste Dharma] in wezens te creëren, bid ik dat ik, gebruikmakend van de spirituele kracht van de Boeddha's, in staat zal zijn om naar alle werelden zonder uitzondering overal in de tien richtingen te gaan, maken aanbod naar de boeddha's, luisterend naar en aanvaarden van de juiste dharma, en uitgebreid wezens naar zich toe trekken [naar de dharma].”

8. “Nu ik de juiste dharma al heb ontvangen in de verblijfplaatsen van de boeddha's, bid ik dat ik daarna in staat zal zijn om het wiel van de zuivere dharma in overeenstemming daarmee te draaien. Moge het dan zijn dat alle wezens van de werelden van de tien windrichtingen die mij de Dharma horen verkondigen of die alleen maar mijn naam horen, er dan onmiddellijk in zullen slagen om alle kwellingen op te geven en het bodhi-besluit voort te brengen.”

9. “Nu ik al in staat ben om alle wezens het bodhi-besluit te laten genereren, bid ik dat ik hen voortdurend mag volgen, hen beschermen, hen ontdoen van alles wat ongunstig is, hen talloze soorten geluk schenken, afstand doen van mijn leven en rijkdom omwille van hen, het aantrekken van wezens en het op zich nemen van de last van de juiste dharma.”

10. “Nu ik al in staat ben om de last van de juiste dharma op mij te nemen, bid ik dat, ook al zal ik dan in overeenstemming met de juiste dharma praktiseren, mijn geest niettemin niets zal hebben wat het beoefent. Moge het zijn dat ik me hierbij zal conformeren aan de manier waarop de bodhisattva's zelf de juiste Dharma beoefenen en toch niets hebben wat ze wel of niet beoefenen."

"De tien geweldige" Geloften” werd uit het Chinees vertaald door Bhikṣu Dharmamitra.

Vasubandhu

Vasubandhu (fl. 4e tot 5e eeuw CE) was een invloedrijke boeddhistische monnik en geleerde uit Gandhara. Hij was een filosoof die commentaar schreef op de Abhidharma, vanuit het perspectief van de Sarvastivada- en Sautrāntika-scholen. Na zijn bekering tot het Mahayana-boeddhisme was hij, samen met zijn halfbroer, Asanga, ook een van de belangrijkste oprichters van de Yogacara-school. (Bron: Wikipedia) Meer informatie: https://en.wikipedia.org/wiki/Vasubandhu

Meer over dit onderwerp