onbaatzuchtigheid van personen (pudgalanairātmya, Tibetaans: gang zag gi bdag med)

Prāsaṅgika's: het niet-bestaan ​​van een zelfvoorzienend substantieel bestaande persoon is de grove onbaatzuchtigheid van personen, en het niet-bestaan ​​van een inherent bestaande persoon is de subtiele onbaatzuchtigheid van personen.