Print Friendly, PDF & Email

Samenvatting van de sramanera en sramanerika wijdingsceremonie

Bijlage 1

Omslag van het boek Voorbereiding op de wijding.

Een reeks artikelen gepubliceerd als Voorbereiding op de wijding, een boekje opgesteld door Eerwaarde Thubten Chodron en beschikbaar voor gratis verspreiding.

De wijdingsceremonie tot sramanera of sramanerika (novice) wordt uitgevoerd op basis van het hebben van de leken voorschriften een upasaka/upasika en rabjung (verzaking, het leven van de huisbewoner verlaten). Dan neemt men de novice gelofte van een sramanera/sramanerika. De ceremonie bestaat uit voorbereiding, praktijk en afsluiting.

1. Voorbereiding

Vrij zijn van obstakels

Om de wijding uit te voeren, moet een persoon vrij zijn van obstakels die de wijding in de weg staan. Als iemand vrij is van de obstakels, kan hij of zij de gelofte. Zo niet, dan gelofte zal niet worden gegenereerd in zijn of haar geest, of als het wordt gegenereerd, zal het niet in de geest blijven. Vragen over de geschiktheid van een persoon voor wijding worden gesteld in aanwezigheid van de wijdende monnik. Men luistert en antwoordt met een ongestoorde geest. De vragen hebben betrekking op het volgende:

  1. Men is geen ketter of schismatiek.
  2. Een is niet jonger dan 15 jaar.
  3. Als men jonger is dan 15 jaar, kan men kraaien verjagen (dwz men is groot genoeg om een ​​verzameling grote vogels weg te jagen).
  4. Als men kraaien kan verjagen, is men niet jonger dan zeven jaar.
  5. Men is geen slaaf.
  6. Men heeft geen financiële schulden.
  7. Men heeft toestemming van zijn ouders.
  8. Als men geen toestemming van de ouders heeft, bevindt men zich in een ver land (dwz het duurt meer dan zeven dagen om contact met hen op te nemen).
  9. Men is niet ziek (met een lichamelijke of geestelijke handicap die zou interfereren met kloosterlijk leven, studeren en meditatie).
  10. Men heeft geen bhikshuni geschonden.
  11. Men leeft niet als een dief of spion.
  12. Een is niet anders . (twijfelen om de Dharma te volgen of niet).
  13. Men houdt zich niet aan verkeerde opvattingen (niet-boeddhistisch) .).
  14. De ene is geen hermafrodiet.
  15. Men is geen eunuch.
  16. Een is geen geest.
  17. Een is geen dier.
  18. Men is niet betrokken bij een ketter of schismatiek.
  19. Je hebt je moeder niet vermoord.
  20. Men heeft zijn vader niet vermoord.
  21. Men heeft geen arhat vermoord.
  22. Men heeft geen schisma veroorzaakt in de sangha.
  23. Men heeft niet kwaadwillig bloed afgenomen uit de lichaam een Buddha.
  24. Men heeft niet één van de vier nederlagen begaan (parajika).
  25. Men is niet iemand die de wet van oorzaak en gevolg niet accepteert.
  26. Een is niet kreupel.
  27. Een is geen albino.
  28. Eentje mist geen ledematen.
  29. Men is geen koninklijke dienaar of favoriet van de koning.
  30. Men heeft toestemming van de koning.
  31. Als men geen toestemming van de koning heeft, bevindt men zich in een ver land.
  32. Men staat niet bekend als een gewelddadige overvaller.
  33. Men is geen vernederde kwaaddoener.
  34. Een is niet van de schoenmakerskaste.
  35. Een is niet van de laagste kaste (smid, visser).
  36. De een behoort niet tot de laagste arbeiderskaste.
  37. De ene is geen ander wezen dan een mens.
  38. Men is geen persoon van het noordelijke continent.
  39. De ene is niet iemand die drie keer van geslacht is veranderd.
  40. Men is niet een vrouw die zich voordoet als een man of een man die zich voordoet als een vrouw.
  41. Men is geen tiran.
  42. Men lijkt niet op een persoon geboren uit een ander continent of wereld.

Als iemand op elk van de vragen kan antwoorden: 'Ik ben het niet', is hij of zij geschikt om geordend te worden.

De upasaka/upasika-gelofte afleggen

Dit gebeurt in combinatie met toevlucht nemen. Neergebogen voor een voorstelling van de Buddha, beschouwend als de werkelijke Buddha, en dan tot de leermeester, knielt men met zijn handen in prostratie mudra bij het hart. De leermeester legt de juiste mentale houding uit voor: toevlucht nemen (dwz voorzichtigheid met betrekking tot de gevaren van een cyclisch bestaan ​​en geloof/vertrouwen in de) Drievoudig juweeltje). Men reciteert de toevlucht na de leermeester, zeggende dat men toevlucht zoekt in de Boeddha's, de Dharma en de Sangha zolang men leeft. Op dat moment ontvangt men ook de vijf lekenvoorschriften een upasaka/upasika. Het belangrijkste is iemands mentale houding, met vreugde denkend: "Ik heb nu de lay-out ontvangen voorschriften, en dit is mijn leermeester.”

Rabjung (het lekenleven van een huisbewoner verlaten)

Dit is een voorwaarde voor beginnende wijding. Eerst verzoekt men de wijding en een bhikshu (die ten minste tien jaar is gewijd) om iemands abt. Een andere bhikshu dan de abt vraagt ​​iemand om te knielen voor alle sangha aanwezig zijn en de witte kleding van een leek uit te doen. Hij verzoekt om abt namens iemand zijn abt en om er een te wijden. Vanaf dat moment verwijst men naar die persoon als zijn abt. (Men verwijdert de witte kleding van een leek, hetzij door van witte kleding te veranderen in kloosterlijk gewaden, of symbolisch door het dragen en vervolgens verwijderen van een witte kata.). Men neemt de naam, kleding, tekens en manier van denken van een gewijde over. Men zou nu een zen (bovenste gewaad; de chogu is nog niet nodig), shamtab (onderste gewaad), dingwa (zitkleed), kom (met een paar zaden of ander voedsel erin zodat het niet leeg is) en water moeten hebben filter (De kom en het waterfilter kunnen geleend worden. De badjassen moeten van jezelf zijn.). Deze worden allemaal bepaald door de abt en zichzelf. Beiden houden hun linkerhand onder elk artikel en rechterhand erboven, en doen een recitatie om te bepalen of het artikel iemands gebruiksvoorwerp is. Er wordt uitgelegd dat de gewaden zijn bedoeld om iemand te onderscheiden van leken en leden van andere sekten en om iemand te beschermen tegen insecten en de elementen. Men zou ze alleen voor deze doeleinden moeten beschouwen (niet om zichzelf te verfraaien). Het doel van de andere artikelen wordt uitgelegd, namelijk de kom om voedsel te eten, de dingwa om iemand als boeddhist te onderscheiden kloosterlijk en om het eigendom van de gemeenschap te beschermen tijdens het zitten, het waterfilter om te voorkomen dat insecten worden gedood bij het gebruik van water. Men is zich ervan bewust dat men nu het hoofd scheert en het leven van de huisbewoner verlaat. Iemands haar wordt geknipt (voordat men naar de ceremonie komt, wordt het hoofd geschoren, waarbij een klein plukje bij de kruin achterblijft, dat nu wordt afgeknipt), waarna bloemen of rijst worden gegooid om zich te verheugen over het verlaten van het leven van de huisbewoner.

Een knielt neer voor de Buddha en abt, en knielt dan. De abt adviseert: 'Het is uitstekend om geordend te worden. Er is een groot verschil tussen leken en gewijde mensen. Alle boeddha's van de drie tijden worden alleen verlicht op basis van wijding. Er zijn er geen die dit doen vanuit de basis van een leek. Men verzamelt oneindig meer positieve mogelijkheden (verdienste) door een stap naar het klooster te zetten met de gedachte aan wijding dan de bewuste wezens van de drie werelden door het maken van aanbod, zelfs van hun echtgenoten en kinderen, voor eonen. Door de afleiding van het lekenleven zijn leken niet in staat om zeer zinvolle of nuttige dingen voor de toekomst te doen. Hieruit kan alleen toekomstig lijden ontstaan. Door deze activiteiten op te geven en weinig bezittingen te hebben, kunnen gewijde mensen horen, denken en mediteren. Hieruit kan zowel tijdelijk geluk als ultiem nirvana worden bereikt. Men treedt in de voetsporen van de Buddha zichzelf." Terwijl u naar dit advies luistert, heeft u een geest van geloof en geloof in de abt, hem zien als een wijze ouder en zichzelf als de zoon of dochter.

bij het nemen van rabjung, verlaat men de tekens (kleding, haar, enz.) en de naam van het lekenleven. Men neemt de naam aan die wordt gegeven door de abt.

2. Werkelijk

De eigenlijke recitatie omvat eerst toevlucht nemen. Dan reciteert iemand: "In navolging van de weergaloze leeuw van de Shakya's, neem ik vanaf nu tot aan mijn dood de tekens en kleding van een gewijde op en verlaat ik die van een leek." Het belangrijkste is om sterk in je hoofd te voelen dat je de rabjung wijding.

Van nu af aan moet men de discipline behouden, alleen de kloosterlijk gewaden, leg kleding uit, respecteer de abt, draag geen witte of zwarte kleding, franjes, mouwen, ornamenten of juwelen, en heb geen lang haar. Men moet op de juiste tijden eten en de abt als ouder (en de abt men moet beschouwen alsof men zijn eigen kind is, dat wil zeggen de abt helpt de discipel op te voeden om sterk en gezond te worden in de Dharma en als lid van de sangha.)

De sramanera/sramanerika-gelofte afleggen

A. Voorbereiding

Hier heeft men een chogu (geel gepatched gewaad) nodig. Men moet vrij zijn van de vier obstakels:

  1. Onjuiste plaats, dwz de Drie juwelen Hoort daar te zijn.
  2. Onjuiste afstamming, dwz men zou niet moeten hebben verkeerde opvattingen zoals niet geloven in karma, Etc.
  3. Onjuiste merktekens, dwz men dient geordende kleding te dragen.
  4. Verkeerd denken, dwz stoppen met denken:
    1. ik zal de nemen gelofte slechts voor een paar maanden of jaren, maar niet voor mijn leven;
    2. ik zal de houden voorschriften alleen op de ene plaats, maar niet op een andere;
    3. ik zal de houden voorschriften in gunstige omstandigheden, maar niet in slechte omstandigheden;
    4. ik zal wat bewaren voorschriften, maar niet allemaal;
    5. Ik bewaar ze als ik bij bepaalde mensen ben, maar niet bij anderen.

De abt verklaart de juiste motivatie, namelijk de vastberadenheid om vrij te worden van het cyclische bestaan: “Het cyclische bestaan ​​is volkomen onbevredigend. Elk rijk waarin je wordt geboren, alle metgezellen die je hebt, alle bezittingen die je verkrijgt, zijn onbevredigend en brengen geen blijvend geluk. Ontwikkel daarom de vastberadenheid om vrij te worden van het cyclische bestaan ​​en om bevrijding te bereiken. De methode om dit te doen is om toevlucht in de Drievoudig juweeltje en om de te nemen en te houden voorschriften.” Het is erg belangrijk om deze houding te hebben; anders is het moeilijk voor de gelofte ontstaan.

B. Werkelijk

De gelofte wordt dan genomen door verzen te herhalen na de abt. Aan het einde denkt men sterk dat men de heeft ontvangen gelofte in gedachten en verheugt zich.

3. Conclusie

Een bhikshu, die optreedt als de lopon (acharya), controleert en kondigt het exacte tijdstip van de wijding aan. Hieruit zal men weten waar te zitten in groepen van sangha. Men moet neerknielen en respect tonen voor degenen die ouder zijn in de wijding. Men knielt niet neer voor die jongere of voor leken. Het heeft veel voordelen om deze praktijk van orde en respect aan te houden.

Na ontvangst van de gelofte, moet men nu proberen ernaar te leven. als de Buddha zei:

Voor sommige ethische discipline is vreugde,
Voor sommige ethische discipline is ellende.
Het bezitten van de ethische discipline is vreugde,
Het overschrijden van de ethische discipline is ellende.

Herhaal dan enkele woorden na de abt belooft de discipline van de tien te behouden voorschriften (de vier wortel en zes secundaire) voorschriften) net zoals de arhats uit het verleden hebben gedaan. De sangha aanwezig zijn, zeg dan zegenende gebeden en gooi bloemen of rijst. Eindig door te knielen voor de abt en alle aanwezige monniken.

Bhikshu Tenzin Josh

Uit Engeland wijdde Tenzin Josh enkele jaren geleden in de Tibetaanse traditie. Hij heeft enige tijd in de Theravada-kloosters in Thailand gewoond. Momenteel studeert hij aan het Instituut voor Boeddhistische Dialectiek in Dharamsala, India.

Bhikshu Tenzin Josh
School voor boeddhistische dialecten
McLeod Ganj, Boven-Dharamsala
Afst. Kangra, HP 176219, India
[e-mail beveiligd]

Gastschrijver: Bhikshu Tenzin Josh

Meer over dit onderwerp